J.J. Voskuil was van mening dat een schrijver allereerst zijn eigen leven moest beschrijven. Dat heeft hij dan ook uitvoerig gedaan in Bij nader inzien (1963) en de megaroman Het Bureau, die tussen 1996 en 2000 verscheen. Na zijn dood volgden nog enige delen dagboeken.

In de persoon van zijn alter ego Maarten Koning geeft hij een uitvoerige schets van het leven op een volkskundig instituut in de hoofdstad. Daar proberen de medewerkers greep te krijgen op oude volksgebruiken. Als lezer word je meegezogen in een kleine gemeenschap van mensen die allemaal zo hun meningen en eigenaardigheden hebben.

Maarten Koning is niet iemand die een groots en meeslepend leven wil leiden. Uit de roman doemt het beeld op van een gekwelde, plichtsgetrouwe kantoorman die aan alle kanten klem zit: tussen werk en thuis, werk en maatschappij, werk en wetenschap.

Door de vermenging van mijn recensies van Het Bureau met beschouwende stukjes (uit de NRC) en fragmenten dagboek, heb ik mijns inziens toch iets nieuws toegevoegd aan de bestaande commentaren op J.J. Voskuil.

Uitvoering:
Gebonden met cahiersteek in
Florentino Donkerblauw 38/35 in 300 grs. omslag, met zijflappen
Cahiergaren in Catona kleur 212 Saga Green
Het binnenwerk is gedrukt op 90 grs. Biotop 3 naturel papier
Formaat: 150 × 220 mm.

Handgenummerd
—Gesigneerd—
Eénmalige druk

42 pagina’s
Oplage: 79 exemplaren.

Buiten de oplage zijn 5 exemplaren als ‘Hors Commerce’ vervaardigd.
Deze zijn niet in de handel.

Bestellingen worden na het signeren, wat op 27 november 2025 plaats vindt in Museum Bélvèdere te Heerenveen, uitgeleverd.