Een beetje vet…
Op onze (Chris en ik) reparatiebezoeken aan margedrukkers, zien wij diverse opvattingen over werkplaatsinrichting, drukkwaliteit en personderhoud. Toch vallen er in deze groep ook gemeenschappelijke kenmerken te bespeuren. Allereerst het plezier in grafisch bezig zijn. Ook zijn het allemaal aardige mensen en… bijna altijd wordt er te weinig gesmeerd.
Waarom smeren?
Om het risico van extra slijtage, haperende mechanismen en roest en vervuiling te voorkomen.
Waarmee smeren?
De belangrijkste smeermiddelen zijn vet en olie. Vet wordt in het algemeen toegepast op plaatsen waar delen met veel druk langs elkaar glijden met lage snelheid. Denk aan spillen met schroefdraad, kettingen en aan plaatsen waar de olie weg zou lopen. Uit kogellagers bijvoorbeeld. Let op! Vaseline is geen smeervet. Consistentvet of kogellagervet wel. Minerale olie wordt gebruikt op alle andere smeerpunten. In onze club met overwegend hand- of voet aangedreven machines met lage snelheden en weinig draaiuren is het niet zo belangrijk welk merk olie men gebruikt. De goedkoopste motorolie van Halfords of Hema, 10W40, 15W40 of Handy Oil voor sloten en scharnieren voldoet al.
Waar smeren?
Als je je verdiept in de werking en beweging van de machinedelen onderling, dan zie je grote of kleine assen die in een geleiding schuiven of draaien, rollen op looplijsten, geleideblokjes die ergens langs glijden en tandwielen. De raakvlakken van al deze delen behoeven smering. Vaak heeft de fabrikant op de belangrijkste plaatsen oliegaatjes geboord of smeernippels geplaatst.
Hoeveel smeren?
Druppelsgewijs is veelal genoeg (de olie hoeft er niet met een straaltje vanaf te lopen), als tandwielen en looplijsten een beetje olieachtig aanvoelen is het goed. Op licht geoliede delen hecht de inkt niet, en je veegt ze gemakkelijk schoon. Zacht glanzende blanke delen ogen beter en roesten minder.
Ik wens ieder prettige productie-uren zonder machinestoring en gedenk de spreuk die ik in de voormalige Staatsdrukkerij met zwarte verf op een muur in de papierbunker geschilderd aantrof: ‘Een beetje vet kan nooit geen kwaat’.
Je hebt gelijk dat de raakvlakken tussen geleideblokjes en tandwielen met olie gesmeerd moeten worden. Dat zorgt voor een soepel verloop. Vaak is niet eens zo heel veel vet nodig.
Beste Tjitze, een jaar of veertien geleden was je samen met Cris bij mij in Sint-Michielsgestel om de cilinder van mijn Asbern op de tandenrails te krijgen. Met succes, natuurlijk.
Ik heb nu een ander probleem. Ik kocht een Hohner tafeldegel, maar bij een van de rollen ontbreken de klossen (als dat het goede woord is).
Zijn die ergens te koop? Zijn die te maken? Bij voorbaat dank voor je reactie.
Vriendelijke groet,
Willem van Kollenburg