BarBar
Bucheliuspers, 2024
Formaat: 22 × 13 cm
Aantal pagina’s: 32
Oplage: 25 exemplaren
€ 15.-
Verdwenen dichter
Diep in de stoffige archieven van De Bucheliuspers rusten onuitgegeven teksten, onbruikbare snippers en correspondenties, soms van niet eens puur zakelijke aard. Zoals die tussen twee van de fondsauteurs, Barbara Wenzel en F.M. Philippi, die elkaar in 1985 vonden via de koninklijke weg der poëzie.
Wenzel (1923) was een kwart eeuw ouder dan Philippi en ze hebben elkaar nooit ontmoet. Behalve lees- en levenservaringen wisselden ze bespiegelingen uit over de verglijdende tijd en de waarde van herinneringen. En toen gingen ze dichten, want dichter waren ze allebei.
Aanvankelijk waren het sonnetten, naar aanleiding van nostalgische klassefoto’s, klassiek van vorm, zo klassiek zelfs dat Philippi het in zijn verwatenheid soms niet kon laten metrische correcties aan te brengen in Wenzels verzen, door haar terecht aangeduid als ‘Pennewips versie’. Later kwamen er van de kant van Barbara – die haar brieven vaak ondertekende met Bar-bar, of Barbarbarbar – vrijere gedichten, en doken ze steeds dieper in de achtergrond van die foto’s.
Na 2003 stopte de reeks en de correspondentie. De reden ervan heeft uw pers niet kunnen achterhalen. Ook niet nadat twintig jaar later de teksten, op al even klassieke Olivetti’s uitgetikt, opdoken en het duidelijk was dat er een uitgave moest komen. Barbara was verdwenen. Naspeuringen bij familie of relaties leverden weinig meer op dan inzendingen voor poëziecompetities en nauwelijks iets over haar persoonlijk leven. Philippi is Barbara kwijtgeraakt.
De Bucheliuspers zou nog steeds niets liever willen dan in overleg met de auteurs een uitgave maken van die tweeëntwintig gedichten. Als een rechthebbende zich meldt, dan is daar wel een regeling voor te treffen. Toch heeft De Bucheliuspers gemeend de gedichten in een boekje vast te moeten leggen. Anders zijn ze weg, net zo verdwenen als Barbara. Philippi gaf toestemming. Barbara’s gedichten zijn volledig naar haar typoscript opgenomen. Pennewips versie is achterwege gebleven.
Hoewel Barbara Wenzel, ook volgens Pennewip Philippi, sterkere poëzie heeft geschreven – het schrijnende Dementia senilis verdient zeker een uitgave – leek deze neerslag van een poëtische vriendschap een waardig eerbetoon aan een bescheiden maar bezielde dichter in de marge.